Het leenstelsel was een manier van besturen waarbij een leenheer en gebied over liet aan de leenmannen.
Om aan macht te komen hadden koningen goed getrainde soldaten, er was alleen geen geld toen bedachten ze een leenstelsel.
Ze gaven een stuk grond weg aan de soldaten daar konden ze dan mee leven.
Bij een stuk grond kregen de soldaten ook boeren en horigen die daar werkten en daar konden de soldaten gewoon mee leven, maar als tegen presentatie moesten ze wel trouw aan de heer beloven, ze moesten mee vechten met de koning en dan ook namens hem besturen.
Leenmannen konden het stuk gebied weer lenen aan achterleenmannen bijvoorbeeld een ridder of baron.
Een leenstelsel werd vooral gebruikt in de vroegen en de hoge middeleeuwen daarna namen steden de macht van de edelen over.
De leenheer is de koning of de keizer. Wanneer die niet langer in staat is om in te staan voor de verdediging en de bestuur van zijn grondgebied, doet hij een beroep aan een vazal of een leenman.
Bij een vazal staat een koning een gebied of leen af waarover de vazal de heerschappij krijgt.
Maak jouw eigen website met JouwWeb